Het andere type, is type 2 diabetes. Omdat het meestal op latere leeftijd (boven de 40 jaar) ontstaat, wordt het ook wel ouderdomsdiabetes genoemd. Bij mensen met type 2 diabetes werkt de alvleesklier niet goed meer en/of is er sprake van een slechte insulinewerking. Veelal is bij type 2 diabetes sprake van overgewicht hetgeen een nadelige werking heeft op de insulinewerking. De behandeling van mensen met type 2 diabetes bestaat uit een dieet en eventueel bloedglucoseverlagende tabletten. Maar steeds vaker wordt in het belang van de bloedglucoseregulatie ook gebruik gemaakt van insuline-injecties. Ook is regelmatige lichaamsbeweging van groot belang.

Het grote verschil met type 1 diabetes is dat bij type 2 diabetes de bčtacellen in de alvleesklier nog wel insuline produceren en dat meestal ook zullen blijven doen. Toch is er een tweetal stoornissen in het systeem die een behandeling met insuline noodzakelijk kunnen maken:
1. Vertraagde insuline-afgifte
Als bij een niet-diabeet de bloedglucose snel stijgt zal de alvleesklier snel reageren met extra insuline-afgifte door de bčtacellen. Hierdoor kan de glucose snel vanuit het bloed worden opgenomen in de cellen. Het lijkt erop dat bij type 2 diabetes de snelheid en de hoeveelheid van de insuline-afgifte achteruit is gegaan waardoor de glucose pas veel later wordt opgenomen en de bloedglucosespiegel veel langer hoog blijft.
2. Insulineresistentie
De vergelijking met insuline als sleutel om de deur van de cel te openen voor glucose is al eerder gemaakt. Simpel gesteld zien we bij type 2 diabetes dat het slot nog wel eens verroest wil zijn. Hierdoor kan er onvoldoende glucose worden opgenomen. In medische termen heet dit "insulineresistentie" of "insuline-ongevoeligheid". De receptoren (sloten) van de cel waaraan de insuline zich moet binden, zijn in aantal verminderd of functioneren niet meer voldoende, waardoor de glucose niet goed kan worden opgenomen.
Een andere vorm van insulineresistentie wordt veroorzaakt in de cel. Als de glucose door de insuline in de cel is gekomen, bestaat er een transportsysteem om het te vervoeren naar de plek van opslag of van verbranding. Een defect in dit transportsysteem is eveneens een mogelijke oorzaak van type 2 diabetes.


In tegenstelling tot type 1 diabetes, zijn de symptomen veel minder uitgesproken bij iemand met type 2 diabetes. Ook een type 2 diabeet drinkt en plast meer dan normaal, zij het in mindere mate en het gevaar van een keto-acidose bestaat niet. Daarnaast zien we bij type 2 diabeten vaak een fors overgewicht in plaats van het gewichtsverlies dat je eigenlijk zou verwachten. Door de hoge glucosewaarden voelt men zich erg moe en lusteloos. Dit wordt weer dikwijls ten onrechte aan de ouderdom toegeschreven. Al met al leidt dit regelmatig ertoe dat type 2 diabetes pas na jaren - vaak bij toeval - wordt ontdekt.


Belangrijk is in ieder geval dat een type 2 diabeet nog wel insuline kan maken. De behandeling begint hierdoor vaak anders dan bij type 1 diabetes. Als bij iemand type 2 diabetes is vastgesteld, wordt allereerst gekeken naar de bloedglucosewaarden. Afhankelijk hiervan wordt de behandeling gekozen:


Omdat type 2 diabetes vaak gepaard gaat met overgewicht zal een veel te zware type 2 diabeet een caloriebeperkt dieet krijgen. Door af te vallen kun je nog wel eens de boven besproken insulineresistentie verminderen. Hierdoor worden de bloedglucosewaarden vanzelf beter.


Is een voedingsadvies alleen niet voldoende dan bestaan er diverse tabletten die in staat zijn de bloedglucosewaarden te "normaliseren". Er zijn verschillende soorten tabletten.
Tabletten die:
  • de insulineproductie stimuleren
  • de gevoeligheid voor insuline verhogen
  • de koolhydraatopname vanuit de darmen remmen
    De bovengenoemde tabletten kunnen vaak lange tijd de bloedglucosewaarden "normaliseren", al moeten we het "normaliseren" niet te letterlijk nemen. Als met een maximale dosering van de tabletten echter geen voldoende resultaat behaald wordt, is de behandeling met insuline de enige uitweg.


    Type 2 diabetes wordt ook wel "niet-insuline afhankelijke diabetes"genoemd. Dit is echter een misleidende term want steeds vaker wordt bij type 2 diabetes gebruik gemaakt van insuline. Dit omdat insuline als medicijn natuurlijker werkt dan de tabletten. Het is zelfs zo dat er meer mensen met type 2 diabetes die met insuline behandeld worden dan type 1 diabetes. Tabletten proberen de werking van de "zieke alvleesklier"nog verder op te jagen, maar met insuline-injecties wordt feitelijk een deel van de taak overgenomen.


    Het is niet bekend wat type 2 diabetes veroorzaakt. Erfelijkheid speelt een veel grotere rol dan bij type 1 diabetes. Er is ook een verband tussen overgewicht en type 2 diabetes, hoewel overgewicht niet altijd tot diabetes leidt. Type 2 diabetes ontstaat meestal pas na het veertigste levensjaar en is een typische ouderdomsziekte, vandaar dat het ook wel eens ouderdomsdiabetes wordt genoemd.