Ons lichaam gebruikt energie, hiervoor is brandstof nodig. Deze brandstof wordt verkregen uit bouwstenen uit de voeding die in de lichaamscellen worden verbrand. Deze bouwstenen worden op hun beurt verkregen door de vertering van de dagelijkse voeding, hetgeen plaatsvindt in het spijsverteringskanaal (maag-darmkanaal). De voeding die we eten dient dus onder meer als brandstof voor ons lichaam. Voeding is eigenlijk verpakte energie. Als we eten komt het voedsel na de mond via de slokdarm het eerst terecht in de maag waar het maagzuur begint met de vertering van het voedsel. Daarna komt de voedingsbrij in de dunne darm, waar de alvleesklier (pancreas) chemische stoffen afgeeft, enzymen genaamd, die de vertering verder bevorderen. De bouwstenen zijn nu klein genoeg om te worden opgenomen in de bloedbaan. Het bloed wordt door het hart het hele lichaam door gepompt waardoor de bouwstoffen overal in de cellen van het lichaam kunnen worden opgenomen. In de cellen fungeren zij als brandstof voor het lichaam.