Een andere benaming voor type 1 diabetes is insuline-afhankelijke diabetes. De cellen die insuline maken zijn totaal vernietigd door stoffen die het lichaam zelf maakt. De mensen met dit type diabetes moeten dan ook dagelijks insuline spuiten en zijn daarmee afhankelijk van de toegediende insuline. Als diabetes wordt vastgesteld, moet die persoon eerst 'ingesteld' worden. Iedere persoon met diabetes is uniek, heeft een eigen leefpatroon, eigen gewoontes etc. Daarom verschillen de benodigde hoeveelheden te spuiten insuline per persoon. Welke hoeveelheid insuline de persoon in kwestie nodig heeft wordt onderzocht in het ziekenhuis. Dit wordt het 'instellen' genoemd. Het is van groot belang dat de diabeet weet wanneer en hoeveel insuline hij zelf moet spuiten. Bij blijvende verstoring van de bloedglucosespiegel moet men opnieuw ingesteld worden. Dat spuiten gebeurt tegenwoordig niet meer met een 'ouderwetse' spuit, maar met een zogeheten insulinepen. Het is een soort vulpen waar insulinevullingen in kunnen. De pen heeft een ragfijn naaldje. Het naaldje wordt telkens verwisseld. Er zijn ook insulinepennen die al voorgevuld zijn. De insuline is, bij beide pennen, langere tijd houdbaar. Ook bij de voorgevulde insulinepen moet na elk gebruik het naaldje verwisseld worden. Mensen die zeer moeilijk in te stellen zijn, kunnen behandeld worden met een insulinepompje. Hierbij wordt de insuline voortdurend toegediend en voor de maaltijden kan een extra hoeveelheid insuline worden gegeven. Een insulinepomp kan aan de buitenkant van het lichaam worden bevestigd (vaak aan een draagriem als een soort walkman). De insuline wordt via een slangetje met een naald in de buik gebracht. Ook is het mogelijk de pomp via een operatie in het lichaam te plaatsen. Type 1 diabetes is wel te behandelen, maar niet te genezen. Insuline spuiten wordt een vast onderdeel van het dagelijks leven. Zelfcontrole; meten is weten De behandeling van type 1 is erop ingesteld om de bloedglucosewaarden tussen de 4 en 8 mmol/l te houden. En dat is geen eenvoudige zaak. Eten en suikerhoudende dranken verhogen de bloedglucosespiegel. Sporten verlaagt het juist weer. Ook stress en bijvoorbeeld een griep kunnen de bloedglucosewaarde danig verstoren. Om de juiste hoeveelheid insuline te kunnen toedienen, moet je dus weten hoe hoog de bloedglucosespiegel is. Dit op zichzelf is op een eenvoudige manier te achterhalen. Met een speciaal naaldje prikt men zich in de vinger. Een druppel bloed is al voldoende voor de test. Deze druppel brengt men op een teststrook aan. Dat strookje gaat in een bloedglucosemeter wat de bloedglucosewaarde berekent. Aan de hand van de uitkomst kan de juiste hoeveelheid insuline bepaald worden. Dit noemt men zelfcontrole.


Wat is de behandeling van type 2 diabetes? Type 2 diabetes wordt in eerste instantie meestal behandeld met tabletten en een calorie-arm dieet. Het dieet is noodzakelijk omdat veel mensen met type 2 diabetes te kampen hebben met een overgewicht. Door af te vallen worden de cellen weer wat gevoeliger voor insuline. Een dieet alleen is meestal niet voldoende. Het beste is een combinatie van een dieet en lichamelijke inspanning. Voordat aan dit laatste wordt begonnen moet eerst het advies van de arts worden ingewonnen. De tabletten moeten ervoor zorgen dat de bloedglucosewaarde weer op een normaal peil komt. Er zijn een aantal soorten tabletten:
  • tabletten die ervoor zorgen dat de alvleesklier meer insuline aanmaakt
  • tabletten die ervoor zorgen dat de lichaamscellen beter op de insuline reageren
  • tabletten die de afbraak van de koolhydraten in de dunne darm remmen. Dit zorgt ervoor dat de bloedglucosewaarde in het bloed niet ineens heel hoog wordt. De opname van de glucose in het bloed gebeurt dan heel geleidelijk. Bij 30% van de mensen met type 2 diabetes voldoet deze behandeling op korte of lange termijn niet. Dat komt omdat het lichaam niet meer voldoende insuline kan aanmaken. Deze mensen krijgen een aanvullende insuline-therapie, d.w.z. dat ze naast het slikken van tabletten ook insuline moeten spuiten. Ook bij mensen met type 2 diabetes is zelfcontrole (zie eerdere tekst) noodzakelijk. Dit geldt zeker voor diegene die insuline spuiten. Dit hoeft echter niet dagelijks meermalen te gebeuren zoals bij de mensen met type 1 diabetes. Er zijn wel medicijnen die de diabetes beheersbaar houden, maar er is nog geen methode die genezing brengt.